Wat is toegankelijkheid eigenlijk?

Gepubliceerd op: 20 juni 2022

Geplaatst in: Inclusief publiceren context

Redactie

Dedicon

Wat verstaan we onder toegankelijkheid?

Wat is toegankelijkheid eigenlijk, wat verstaan we daaronder? Welk beeld hebben we daar bij? En waarom is het belangrijk en voor wie? Hoe toegankelijk zijn producten en diensten die we in het dagelijks leven tegenkomen? Wat valt op als we naar voorbeelden kijken?

  • Het afvinken van de verplichting is niet voldoende. Voldoen aan de eisen garandeert nog geen goede gebruikservaring.
    Voorbeeld: onbruikbare hellingbaan
  • Toegankelijkheid raakt iedereen. We ervaren allemaal beperkingen. Bijvoorbeeld: we zijn niet meteen slechtziend als iets slecht zichtbaar is.
    Voorbeeld: bruine routeaanduiding in het bos.
  • (On)toegankelijkheid bij digitale producten bevindt zich voor een groot deel letterlijk achter de schermen en uit het zicht. (On)toegankelijkheid is bij fysieke producten en diensten directer zichtbaar.
    Voorbeeld: websites, apps en e-books.
  • Ontoegankelijke producten en diensten leiden tot klachten, soms tot aanklachten.
    Voorbeeld: in het verleden de Rabo App.

Toegankelijkheid is de mate waarin informatie, producten, diensten en omgevingen open en bruikbaar zijn voor iedereen. Het is een kwaliteitseigenschap. We maken onderscheid tussen:

  • fysieke toegankelijkheid: gebouwen, woningen, buitenruimtes;
  • digitale toegankelijkheid: websites, e-books, documenten, software, hardware;
  • sociale toegankelijkheid: werk/school, cultuur/sport, thuis, openbaar leven, gedrag.

In de workshops Toegankelijk Publiceren aan de Bron (TPUB2) concentreren we ons op digitale toegankelijkheid. Richtlijnen om dat te bereiken hebben soms echter ook betrekking op drukwerk. Denk aan voldoende kleurcontrast tussen tekst en achtergrond, aan spatiering van tekst (ruimte tussen alinea, regels, woorden en tekens) en begrijpelijke taal.

Waarom werken aan toegankelijkheid?

  • Omdat het hoort (ethisch).
    We willen een samenleving zonder drempels waarin participatie en integratie mogelijk is en iedereen kan meedoen.
  • Omdat het moet (juridisch).
    We moeten aan wetten en regelgeving voldoen, zoals wetten voortvloeiend uit het VN-Verdrag Handicap(Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte -Wgbh/cz-) en de EU Toegankelijkheidsakte voor producten en diensten waaronder e-books, e-readers en websites.
  • Omdat het kan (praktisch).
    Er zijn duidelijke standaarden, richtlijnen, handvatten en goede praktijkvoorbeelden om aan formele toegankelijkheid te voldoen. Er zijn meetinstrumenten die helpen bij het controleren.
  • Vooral omdat het helpt (kwalitatief).
    Toegankelijkheid verhoogt de kwaliteit, productiviteit en communicatie. Het maakt dingen mogelijk voor mensen met een beperking, makkelijk voor mensen zonder een beperking.

Voorbeelden:

  • Een hellingbaan is noodzakelijk voor wie in een rolstoel zit, makkelijk voor wie de ingang wil bereiken met een kinderwagen, rollator of steekwagen.
  • Ondertiteling is noodzakelijk voor dove en slechthorende mensen, makkelijk voor wie in een lawaaierige omgeving of een stilteruimte zit.

Voor wie is toegankelijkheid belangrijk?

Toegankelijkheid is belangrijk voor mensen met een permanente beperkingen.

  • visueel (blind, slechtziend, kleurenblind).
  • auditief (doof, slechthorend).
  • fysiek (o.a. reuma, coördinatie, tremor, RSI).
  • spraak (o.a. stomheid, stotteren).
  • cognitief (o.a. ADHD, autisme, epilepsie, migraine).

Maar iedereen kent beperkingen. We maken onderscheid tussen permanente, tijdelijke en situationele beperkingen:

  • permanent veroorzaakt door een permanente stoornis, aandoening;
  • tijdelijk, veroorzaakt door een tijdelijke stoornis, aandoening;
  • situationeel, veroorzaakt door de omgeving, situatie, context.

Voorbeeld 1

  • permanent: slechtziend
  • tijdelijk: ooginfectie
  • situationeel: tijdens het autorijden met de blik gericht op de weg

Voorbeeld 2

  • permanent: doof
  • tijdelijk: verstopte oren
  • situationeel: in een discotheek met harde muziek

Voorbeeld 3

  • permanent: één arm
  • tijdelijk: gebroken arm, RSI
  • situationeel: een kind op de arm

Voorbeeld 4

  • permanent: ADHD
  • tijdelijk: een zwak geheugen na een val of hersenschudding
  • situationeel: aan het einde van een drukke dag met veel prikkels

Volgende artikel

Heb je een vraag?

Bekijk onze veelgestelde vragen of neem contact met ons op en wij proberen hem zo snel mogelijk te beantwoorden.

E-mail